LeJog 2010 Reisverslag

LeJog: Wat een fantastische reis! 

Er was wat klauter- en klimwerk voor nodig om bij het strand te komen van Lands End. Aan de oever van het helblauwe water en temidden van prachtige rotspartijen konden we daarna onze lunch gebruiken. Een van ons schreef toen in het zand de woorden “LeJog” en zei zo langs zijn neus weg: “Lands End en John O’Groats´. Dat betekende dus LeJog. Ik vond het een on-Engelse naam en de herkomst was mij nog niet duidelijk. Nu wist ik het en ach hoe simpel.

Maar voor we op het meest zuidelijkste stukje grondgebied van het Verenigd Koninkrijk onze meegebrachte boterhammen konden gebruiken hadden we al heel wat kilometers afgelegd. Ruim 50 teams waren vanuit alle windstreken van ons landje naar Calais getogen voor de overtocht naar Dover. Het miezerde wat en dat hadden we eigenlijk ook verwacht. Na de eerste nacht en het eerste Engelse ontbijt werd het routeboek geraadpleegd en alle beschikbare navigatie ingesteld op de eerste rit door Engeland. Sommigen hadden zich op de lange reis uitermate goed voorbereid en dat kwam nu goed van pas.

Onderweg werden allerlei bezienswaardigheden bezocht en natuurlijk vastgelegd op de gevoelige digitale plaat. De vertrektijden van een stoomloc kon op internet worden geraadpleegd en zowaar het klopte ook nog volgens Engelse precisie.

De tocht naar het beginpunt van de rally was er een om niet snel te vergeten. Nog maar net onderweg konden we al genieten van een werkelijk fantastische rit door het fraaie landschap. Honderden kilometers werden verreden in een panorama die velen van ons nog niet eerder hadden meegemaakt en ook niet hadden verwacht.

De motoren van onze Volvo’s  moeten het reuze naar hun zin hebben gehad. Soms deed ik even het raampje open om het heerlijke geluid van de B18 te horen uit de roestvrij stalen uitlaat. Vooral als de weg smal was en de tocht omhoog ging. Het was gewoon hard werken als bestuurder van een Volvo zonder rem- en stuurbekrachtiging. Poken, koppelen en sturen om de wagen het spoor te laten volgen van de weg. Nergens in Nederland kun je zo “tekeer” gaan met je oldtimer. Het was genieten en dat hoorde je overal om je heen. Ondertussen was de zon ons welgezind en dat zou de hele week zo blijven. Dat was echt geluk hebben.

Als altijd zijn er ook leermomenten. Als een vrouw een aantal dagen klaagt over stank in de auto, neem dan van mij aan dat er iets aan de hand is. “Het stinkt in de auto naar zwavel” was de klacht. Op de derde dag werd ontdekt dat de stank onder de motorkap vandaan kwam. Dan zit je toch al gauw aan het LPG te denken nietwaar? Een zeepsopje bracht geen lekkage aan het licht. Het euvel bleek een heel andere oorzaak te hebben: De accu was aardig aan de kook en stond droog! Vandaar die waargenomen stank. Oorzaak een vermoedelijke te actieve dynamo.

Vanuit je auto zie je het landschap aan je voorbijtrekken. Zelf was ik nog nooit in Engeland geweest, maar eerlijk is eerlijk ik ben helemaal om. Wat een prachtig land, met aardige mensen en hun culturen. Het voorjaar barstte in al zijn voegen open. Overal ontstond nieuw leven. Toen we later in Schotland aankwamen was daar de lente nog maar net begonnen.

Soms kom je heel verrassende dingen tegen. Iets waar je niet op rekent, maar in een land van nostalgie kun je het misschien wel verwachten. Een aantal leden van onze vereniging hadden het geluk op hun reis naar het Noorden, een mannetje tegen het lijf te lopen die in het bezit was van een aantal prachtige oldtimers, waaronder zelfs een Bugatti. Stonden zomaar in een loods in een klein dorpje ergens in dat grote land. ’s Avonds tijdens het diner werd het verhaal in geuren en kleuren verteld.

Trouwens zo wie zo kwamen we tijdens onze reis veel oldtimers tegen. Het mooiste kregen we te zien toen we bij een hotel aankwamen waar ook een 15-tal Austin liefhebbers verbleven. Het waren allemaal wagentjes van de jaren ‘30 en allemaal in een puike conditie. Het leuke was dat het allen dames waren die het voertuig bestuurden. Ook zij hadden een technisch team bij zich, bestaande uit 2 bejaarde heren, waarvan er een zelfs met een stok liep.

Tijdens een van de rustdagen werd de prachtige stad York door velen bezocht. In York staat de grootste gotische kathedraal ten noorden van de Alpen. Een gigantisch bouwwerk uit de middeleeuwen. Op een steenworp afstand troffen we het grootste spoorwegmuseum van de wereld aan. Bijna 200 jaar spoorgeschiedenis kregen we voor geschoteld. Als nieuwbakken redactielid kan ik natuurlijk niet direct veel ruimte claimen in ons verenigingsblad, maar om alles weer te kunnen geven van wat we gezien hebben zou een extra editie van het VKM gemakkelijk gevuld kunnen worden.

Zo waren we ook nog getuige van een militair eerbetoon aan de gebeurtenissen in Afghanistan. Zelf heb ik ook nog erg genoten van een straatmuzikant die vanuit een simpel ogende piano geweldige klanken toverde.

De volgende dag ging de reis naar het Noorden weer verder. Door het prachtige Wales en het Peak- en Lakedistrict reden we verderop Schotland binnen. Ik zag de afslag naar Lockerbie. Bekende naam, wat was daar ook al weer mee? O, ja die afschuwelijke gebeurtenis van al bijna weer 22 jaar geleden.

De TomTom leidde ons perfect langs de wirwar van wegen nabij Glasgow. De finish voor die dag lag nabij Fort William. Een prachtig gelegen hotel viel ons ten deel. Tijdens de reis hebben we overnacht in diverse hotels met allen een hoog sterrengehalte. Als je soms even verder keek dan de receptie, zag je vergane glorie van weleer. Maar dan nog was het onderkomen goed.

e naderden de Schotse Hooglanden. Met een beetje vaart zijn we lang het water van Loch Ness gereden. Iemand zag het water ook nog wat bewegen. Het gas er maar op want je weet maar nooit en persoonlijk heb ik het niet zo op monsters.

Ineens was daar het weggetje met de breedte van een groot fietspad. Het slingerde vele kilometers lang over de heuvels van Sutherland. Er leek geen einde aan te komen. Het was afzien voor mens en machine. Maar het doel werd bereikt. Alle Volvo’s haalden de finish van LeJog.

John O’Groats is daarom bekend geworden, maar verder stelt de plaats niet zoveel voor. Je legt er een stuk emotie bij neer, maar ik denk dat mensen die het Pieterpad lopen dat ook doen als ze de finish in Pieterburen gehaald hebben.

En voor je het weet ben je al weer op terugweg. Maar het landschap bleef onveranderd mooi en boeiend. Meestal werd de toeristische route gevolgd. Soms in een wat rustig tempo en soms met een beetje vaart en daarover hoorde je de chauffeurs meestal niet klagen. Ik zal duidelijker zijn: het was gewoon heel leuk om te doen.

De laatste overnachting was in een kasteelachtig onderkomen. Hotel en culinaire voorzieningen waren meer dan voortreffelijk. Tijdens het diner werd er door de organisatie al even teruggeblikt op de reis. Geen wanklank te horen. Iedereen enthousiast.

De laatste dag richting Newcastle voor de overtocht naar IJmuiden. Handen worden geschud en ineens is de reis ten einde. Een fantastische reis en mijn echtgenote zei het terecht: het was een voorrecht om er bij te zijn.

Epiloog: LeJog was geen groot avontuur, maar een geweldige reis om mee te maken. Dat had alles te maken met de schoonheid van het land, vriendelijke mensen en perfect weer om met je oldtimer het land te doorkruisen. Maar ook een goede organisatie, die vooraf veel informatie had verstrekt. Veel zorg had besteed aan b.v. het routeboek en fantastische routes had uitgezocht. In praktijk blijkt echter dat het toch knap lastig is om aan de hand van het boek de route te volgen. Een volgende organisatie mag van de deelnemers zelf ook initiatieven verwachten door optimaal gebruik te maken van de navigatiesystemen.

Het technische team moest af en toe in actie komen, maar op zich viel het erg mee. Mankementen waren niet terug te leiden naar achterstallig onderhoud. In die zin heeft de (strenge) keuring van de auto’s vooraf zijn vruchten afgeworpen. Hier en daar werd wat schade opgelopen, maar alle auto’s konden hun weg vervolgen.

Volvo’s liefhebbers is een volkje van allerlei pluimage en het merendeel met een doel en dat is het rijden en het sleutelen met je oldtimer. Die verschillen kunnen boeiend zijn en levert soms verrassende gesprekken op. Iedereen is ook aanwezig met zijn eigen gevoelens en emoties.

Erg jammer was dat Peter en Annemieke Niekerk er niet bij konden zijn door het overlijden van Peter. Anderen moesten soms hun plannen ook wijzigen tengevolge van soms nare omstandigheden. Echter er waren ook deelnemers die juist vanwege verdrietige omstandigheden er voor hadden gekozen toch mee te gaan om zo temidden van vrienden en bekenden het leed enigszins te verzachten en te delen.

Dat alles heeft meerwaarde aan deze tocht gegeven.

Dick Scholing

Mille Miglia Reisverslag

MILLE MIGLIA 2007

De echte Mille Miglia is een begrip. Je hebt er van gehoord, maar je moet het eigenlijk zelf meemaken. In de startplaats Brescia is alles Mille Miglia, de winkels, de mensen, de auto’s, iedereen straalt het uit. Je kunt overal rondlopen en de wagens, met bouwjaar van 1927 tot 1957, 375 prachtexemplaren, uitgebreid bekijken, fotograferen en filmen. Er wordt gezegd dat Brescia tijdens de dag van de start net zo veel toeristen huisvest als er Brescianen wonen. Druk, maar gezellig.

De VOLVO MILLE MIGLIA

Dit is net zo goed de echte Miglia, maar dan net even anders! Deze alternatieve M.M. werd met 80 klassieke Volvo’s in 11 dagen gereden. Inclusief de aanlooproute door Duitsland en Oostenrijk ongeveer 4200 km.

Verslag Mille Miglia

Maandag 14 mei vanuit Gieten met vrienden van ons uit Smilde vertrokken richting Oostenrijk. We wilden in 2 dagen de afstand overbruggen omdat 856 km in een dag met onze auto’s wel erg veel is. Niet dat ze dat niet aan kunnen maar het is meer een handicap voor de berijders. Beiden rijden we in een Volvo 544 Katterug. Zijn auto is maar liefst 45 jaar, die van mij nog maar 42 jaar oud. Beide oldtimers zijn goed voor de reis geprepareerd. Waar nodig zijn onderdelen vervangen.

De auto’s zijn 2 maal gekeurd. Eerst apk en dan ook nog een keer door leden van de Technische Commissie van de Volvo vereniging. Mijn auto werd toen afgekeurd omdat de remmen vermoedelijk niet goed zouden werken. En dat bleek achteraf terecht. Wat bleek: op mijn Katterug ( het is hoop ik toch niet meer nodig uit te leggen, waarom onze oldtimers “Katteruggen”genoemd worden) zijn op de voorwielen schijfremmen aangebracht. Dit is niet origineel maar wel effectief. Bij de apk was het nodig een nieuwe hoofdremcilinder te monteren. Dat gebeurde dan ook, maar deze hield geen rekening met mijn schijfremmen, waardoor er continu enige druk op de voorwielen stond als het rempedaal werd losgelaten. Oplossing: in een rubbertje in de hoofdremcilinder een klein lullig gaatje geprikt en klaar was Kees. (Dit hele verhaal voor de techneuten onder jullie).

We vertrokken met goed weer maar wel met veel wind. Via Ter Apel de autobahn A31 opgezocht. Deze weg is een zegen voor ons Noordelingen, want we kunnen nu bijna het stuur vastzetten om door het Rurhgebied te reizen. Na 200 km een parkeerplaats opgezocht en onze meegebrachte broodjes gegeten. Voor ons werd de lucht steeds donkerder en ja hoor ter hoogte van Koblenz begon het te plenzen. De snelheid maar teruggebracht tot 90 km per uur. Het was grijs van de regen. Op de linkerbaan zagen we een auto heel raar op het talud geparkeerd staan. Oppassen dus!! Na ruim 500 km besloten we een pension op te zoeken. Dat lukte na enig zoekwerk. Achteraf had ik daar de TomTom ook voor kunnen gebruiken. Ja, ja we hebben navigatie aan boord!! Grappig hoor, moderne apparatuur gecombineerd met de degelijkheid van de jaren 60. Sinds kort heb ik ook een fietscomputer in de auto. Een fietscomputer hoor ik u zeggen? Ja, zeker met heel veel functies en het werkt perfect. Dank zij het subtiele monteerwerk van vriend Ralf van de Combigarage uit Westerbroek.

Goed we zitten nu in een pension in het Odenwald. We hebben heerlijk gegeten: gerookte zalm met asperges! Niet slecht voor de eerste dag.

dinsdag 15 mei.

Vandaag verder gereden in Zuidelijke richting. Bij vertrek was het droog. Vogels hadden ’s nachts flink hun best gedaan om mijn auto te bevuilen. Ook stom van mij natuurlijk om de auto onder een boom te parkeren. Toch maar met een paar emmers water de boel schoon gemaakt. Onderweg veel borden met “baustelle”gepasseerd en dat betekent natuurlijk altijd oponthoud. Misschien hebt u zich afgevraagd wat ik met “handicaps” in het verslag van gisteren bedoelde. Dat zal ik uitleggen. In een oldtimer is het altijd harder werken dan in een modernere auto. De Volvo is b.v. niet uitgerust met stuur- en rembekrachtiging, dus heb je een hardere pedaaldruk nodig om te remmen en dus moet je daar ook rekening mee houden bij het schatten van de remafstand. Geen stuurbekrachtiging betekent dat je stuurwiel zwaarder stuurt.

Op de ruitenwisserschakelaar zit maar een stand, dus is het vaak aan en uit. Persoonlijk vind ik het absoluut geen ramp, het heeft gewoon veel charme. Wat ook zijn charmes heeft is het feit dat je medepassagier dicht bij jou zit en als je nu maar goed met elkaar op kunt schieten is dat dus geen ramp. Integendeel!

Voor de rest kan de auto prima in het huidige verkeer meekomen. Soms bij het inhalen moet ik het gaspedaal even diep intrappen en dan begint het onder de motorkap vervaarlijk te grommen. Heerlijk is dat, ik krijg maar geen genoeg van dat geluid. Als ik door zou gaan weet ik zeker dat de teller op enig moment op 170 km zou staan. Maar dat is natuurlijk nog niets vergeleken bij al die “Schumachers” hier op de autobaan. Sommigen komen met 200 km aanstormen en gaan dan vlak voor jou de afslag af. Mafketels!

Nee, dan is het getoeter van enthousiaste automobilisten veel leuker. We krijgen veel aandacht onderweg. Het is natuurlijk helemaal mooi als er een lieftallige jongedame in een Golfje bijna uit haar dak gaat, wanneer ze “lady” passeert. Al die aandacht onderweg zal de komende dagen alleen maar meer worden denk ik.

Vlak voor het Oostenrijkse Feldkirch moest een tunnel gepasseerd worden van ca. 7 km. De benzinemeter stond al een hele tijd naar links, maar een tankstation wilde maar niet komen. Juist na de tunnel zou er eentje aangedaan kunnen worden. Kunt u zich voorstellen dat ik het toch een beetje benauwd kreeg in de tunnel, waaraan maar geen einde wilde komen? Stel je voor zeg dat je stil kwam te staan……pfff.

Inmiddels zijn we dan in Feldkirch aangekomen met ruim 900 km op de teller. We zitten in een mooi hotel midden in het gezellige stadje. Druppelsgewijs stromen de Volvo-liefhebbers binnen en is voor velen een leuk weerzien na de tocht door Amerika.

Gelukkig waren we aardig op tijd. De loopschoenen aan en rennen maar, de stad uit richting? Ja, waarheen?  Uiteindelijk kwam ik bij de slagboom van de grens met Liechtenstein. Op de terugweg interval gedaan in een parkje. Toen ik de binnenstad weer in liep zaten de overigen op een terrasje met heerlijke koffie en een stuk gebak met verse aardbeien.

Wat doe ik verkeerd?

Oat maon.

woensdag 16 mei 2007

Vandaag stond er weer een lange rit op het programma te weten van Feldkirch (Oostenrijk) naar Brescia in Italië. Maar wel een heel mooie rit via de Brennerpas.

Het weer was veel belovend, licht bewolkt maar nog wel een beetje fris. Nog maar net op pad werd ik gelijk wakker geschud op de autobaan door een buschauffeur die ons klem reed bij het aanrijden van een wegversmalling. Om geen ongelukken te veroorzaken trapte ik maar op de rem en stond dus vervolgens stil voor een grote dwangpijl. Het zei zo, veiligheid voor alles.

Verderop werden wij van de autobaan gehaald vanwege een omleiding en stonden vervolgens geruime tijd in een langzaam rijdende file. Dat weerhield ons er gelijk van om alternatief te gaan rijden.

Ondertussen reden wij al in de bergen met veel nog besneeuwde toppen. Hoe dichter we bij Innsbruck kwamen des te drukker het werd. Veel verkeer van Noord naar Zuid gaat via de Brennerpas en vooral natuurlijk het vrachtverkeer. Rijen vrachtwagens achter elkaar wurmt zich een weg door de bergen. Als je van autorijden houdt is het een geweldige route met veel bochten, stijgingen en afdalingen. Soms reden we in een treintje met meerdere Volvo’s of andere oldtimers omhoog of naar beneden. Tunnel in en uit. De snelheid lag soms behoorlijk hoog omdat je anders tussen de vrachtwagens terechtkwam. Het was gewoon soms hard werken en vooral goed uitkijken op de weg voor je, naast je en achter je. Je had geen tijd om de omgeving te bekijken.

Maar ik heb weer genoten van de Volvo. U weet waarom ik haar een naam heb gegeven? Mocht dat niet het geval zijn dan wil ik dat nog wel een keer uitleggen. Mijn Volvo is rood, niet gewoon rood maar heel mooi rood met warme opwindende tinten. Als een echte dame. Ze gedraagt zich ook vaak als een echte dame, als een lady! Ze heeft prachtige ronde vormen met heel mooie bumpers. Chris de Burgh heeft haar ooit bezongen: “The Lady in red”  vandaar de naam. Zo nu weet u waarom ik een Volvo-fan ben, waarom ik soms een beetje verliefd op haar ben. Toegegeven ik heb wat dat betreft ook een relatie met twee vrouwen.

We hebben op de weg naar Brescia al een aantal heel mooie oude sportwagens gezien die mee gaan doen met de Mille Miglia. Dat belooft nog wat voor de dag van morgen.

Dat Italianen een eigen rijstijl hebben zijn we ook al achter gekomen. Wat chaoten. Heel veel weg opbrekingen, afgesloten wegen etc. Wat is het dan heerlijk als TomTom aan boord is. Soms even de weg kwijt maar altijd komt ze weer met een alternatief en zit je even later toch weer op de goede route naar het hotel, ook al zit je midden in het centrum van de stad.Ondertussen zijn alle equipes binnen en staat het hele wagenpark rondom het hotel. Over het algemeen zijn er heel mooie auto’s bij. Mooi gerestaureerd en goed onderhouden. En dat is dan tevens een van de doelen van onze vereniging: het in stand houden van deze types Volvo’s.

Morgen gaan we de start meemaken van de Mille Miglia: een duizend mijlen rally voor oude sportwagens. De rally bestaat 80 jaar, Volvo bestaat 80 jaar, vandaar dat we hier zijn met 80 oude Volvo’s. Ik hoop morgen een mooi sfeer verslag te kunnen maken en een heleboel mooie foto’s

donderdag (hemelvaartsdag) 17 mei en vrijdag 18 mei.

Donderdag zou een heel mooie dag worden, al wisten we dat van te voren nog niet. ’s Morgens eerst even gelopen maar dat was niet zo’n succes: nog lang niet wakker. Tegen de middag zijn we met de bus de stad ingegaan. Het weer was prachtig zeker 25 graden Celsius. Rond de middag werd in de binnenstad begonnen met de keuring van alle deelnemende sportwagens.

Wat we toen te zien en vooral te horen kregen was echt geweldig. Dat maak je maar een keer waarschijnlijk mee in je leven. Je kunt genoeg lezen over sportwagens en misschien ook wel beelden bekijken op T.V. of wat dan ook. Maar echt zien en horen en zelfs aanraken dat is wel even iets anders. Ik wil gewoon een aantal namen noemen. Geen gewone namen maar beroemde en befaamde namen van weleer. Daar gaat hij dan: natuurlijk te beginnen met Bugatti. Hebben jullie ooit de documentaire op T.V. gezien met in de hoofdrol een Fransman die tijdens het vertellen over zijn Bugatti, begon te huilen van pure emotie? Toen deden we er wat lacherig over, nu weten we beter. Wat een bijzondere auto. Ik voelde een stuk emotie toen ik het embleem van de auto fotografeerde. Het is niet eens de mooiste auto van het geheel, maar de Bugatti is gewoon omgeven door de talrijke successen en verhalen van een lang stuk autohistorie. Ik heb genoeg foto’s gemaakt om jullie dat te kunnen laten zien.

Goed dan komt het volgende wereldberoemde merk: Ferrari. Van de jongere race uitvoering van dit merk was ik helemaal niet zo kapot. Maar vandaag ben ik wel fan geworden van dit grootse merk. En dan praten we wat mij betreft over de fraaie stijl van de deelnemende Ferrari’s. En daar kunnen we natuurlijk niet omheen: de Italianen hebben natuurlijk wel verstand van stijlen en techniek, of het nu om auto’s’of motoren gaat of over kleding, het is van een hoog gehalte.

Ik heb een foto genomen van een prachtige Alfa met daarin een nog mooiere Italiaanse schone en dan ook nog heel zorgvuldig gekleed. Wow!! Ik noem dan ook gelijk maar de andere Italiaanse merken: Maserati; Alfa Romeo; Fiat en Lancia. Er waren ook sportwagens bij waarvan ik nog nooit gehoord had. Mercedes Benz was wel heel sterk vertegenwoordigd met allerlei types van dit merk. Veel van dit soort auto’s zijn eigenlijk allemaal collectors items en door ons gewone stervelingen niet te betalen. De staat van het merendeel van de auto’s was gewoon perfect en vaak in nieuw staat.

We keken onze ogen uit. Ik heb veel foto’s gemaakt van vooral details van de auto’s omdat het gewoon moeilijk was de hele auto te fotograferen. Voor iedere auto was er vaak maximale belangstelling.

De mooiste auto vond ik de Lagonda. Een sportwagen van 1939 en werkelijk in sublieme staat en met een prachtige techniek, waarvan je heden ten dage nog steeds details van terug kunt vinden. Ik zal proberen een foto van de auto bij dit verslag te plaatsen. Verder scoorden de Bentley bij mij heel goed en de Jaguar. Nog meer merken: Aston Martin; Triumph; BMW; DKW; Porsche; Austin Healy en nog veel andere voor mij onbekende merken. Totaal deden er 375 sportwagens aan de rally mee.’s Avonds om 20.00 uur zou er vanuit de binnenstad gestart worden voor een afstand van 1000 mijlen.

Tegen een uur of drie waren we en lichamelijk en emotioneel bekaf van al dit moois. Je bent dan gewoon blij dat je zelf ook een hobby hebt met een automerk, waarvan de overgebleven auto’s nog redelijk te betalen zijn. Anders gezegd ik ben gewoon heel blij met mijn Katterug.

Terug in het hotel maar even weer de sportschoenen aangetrokken en toch maar even weer getraind. Nu ging het beter.

’s Avonds kwam het toetje van de dag: de start van alle auto’s.We hadden een mooi plekje in een bocht naar rechts. Veel foto’s gemaakt natuurlijk, net zo lang dat het niet meer kon vanwege de duisternis. Wat hebben we genoten, vooral als er in de bocht veel gas gegeven werd door de bestuurder en het geluid van de auto met veel decibels omhoog ging. Soms kreeg je er kippenvel van.

Ik kan het gebeuren nauwelijks omschrijven, en daarom een welgemeend advies: als je een auto liefhebber bent, ga dan een keer dit spektakel meemaken. Het is de wereld niet uit en echt je kunt de auto’s aanraken, de brandstof opsnuiven, het geluid horen en al die prachtige auto’s in het echt bekijken.

Het is nu woensdag 23 mei en we zitten op een fantastische camping midden in Toscane. Ik zit buiten voor de cabin onder een parasol te typen. Het is prachtig weer al dreigen er wat wolken. Wat het verslag betreft ben ik aardig achterop geraakt. Dat komt omdat de dagen gevuld worden met veel rijden, veel bekijken en bekeken worden. Daarnaast ben ik dan ook nog een tijdje bezig met de sociale contacten, de foto’s; onderhoud aan de Katterug plegen natuurlijk en dan ook af en toe nog even trainen. Het is van alles veel of een beetje. Het maakt niet uit, we beleven een geweldige reis met onze Volvo’s.

Vanuit Brescia zijn we op reis gegaan naar Ferrara. Dit gedeelte van de reis voer door de Po-vlakte en is zeker niet het mooiste gedeelte van dit Zuideuropese land. Ferrara is een mooie stad al dicht bij de Adriatische Zee gelegen. Net als veel steden in Italië ook hier een stokoude binnenstad. Natuurlijk de Duomo (Domkerk) bekeken. Ook het middeleeuwse kasteel met de fraaie naam Castello Estense met een bezoek vereert.

Onderweg hebben we ook de stad Mantova bezocht, eveneens met een prachtige binnenstad. Echter na 4 rondjes rijden via het Piazza Sordello om het Palazzo Ducale te bekijken, gaf ik de moed op om een parkeerplaats te vinden. Alles stond vol en de Carabinieri was druk bezig om bonnen uit te schrijven. Jammer.

De dag hierna kwamen we in Trevi terecht. Maar voor het zover was moesten we natuurlijk ook de oudste republiek van Europa, San Marino bezoeken. Een eigen staatje met een eigen leger van 1000 man. Het heeft ook eigen politie, een eigen munt en postzegels en ook nog een eigen voetbalelftal. Het ligt boven op een berg. We konden van hieruit de kustplaats Rimini zien liggen.

Op de reis naar Trevi hebben we een aantal steden bezocht. Ik noem u b.v. Urbino. Ook hier weer de Duomo bekeken en het palazzo Ducale. Dit is het mooiste renaissancepaleis van Italië. Als laatste stad voor Trevi deden we de stad Gubbio aan.

Gubbio is ook buitengewoon mooi middeleeuwse stad. Prachtige huizen en kerken, allemaal tegen een berg of grote heuvel gelegen. Jenny en ik hebben heel veel foto’s gemaakt en proberen op een later tijdstip dit verslag daarmee te larderen. Het zou mij nu heel veel tijd kosten om te omschrijven wat we gezien hebben.

Nou vooruit eentje dan: In de stad Gubbio liepen we door de binnenstad met smalle straatjes, oude huizen met veel bloemen en planten. In een van de straatjes hing het wasgoed buiten, een oud mannetje liep door de straat, stond een Vespa scooter voor de woning en om het fraaie plaatje helemaal compleet te maken stond er ook nog een Fiat 500 voor de deur. Italiaanser kon het volgens mij niet. Natuurlijk het beeld vastgelegd. Aan het eind van de dag hadden we weer ruim 300 km gereden. De wegen zijn af en toe niet al te best. Het onderstel van onze Volvo heeft het af en toe flink te verduren.

Umbrie is een schitterend gedeelte van Italië, echt aanbevelenswaardig om dit te bezoeken tijdens een vakantie, ook al omdat het nog niet heel erg toeristisch is.

En zo kwam Rome (Roma)  steeds dichterbij. Maar ook nu eerst het stuur nog even de andere kant opgedraaid om de stad Assisi te bezoeken. Hier viel ook weer een prachtige basiliek te bewonderen met de naam Basilica di San Francesco. Het valt nauwelijks te omschrijven wat je in deze eeuwenoude kerk kunt zien. Over het interieur met al de pracht en praal kun je van mening verschillen, echter het gebouw op zich is natuurlijk een geweldig bouwwerk, waarvan de bouw al in 1228 is begonnen. De basiliek is een van de grootste christelijke graftomben en trekt ieder jaar talloze pelgrims.

Aan het eind van de dag kwamen we op een camping aan op slechts een 20 tal minuten van Vaticaanstad. Het was een prachtige camping met gekoppelde woonunits en voorzien van alle gemakken.

Ik heb op het campingterrein een pittige training gedaan van in- en uitlopen en daartussen 25 x 1 minuut tempo. Dat voelde weer goed.

De volgende stond natuurlijk een bezoek aan Rome op het programma. Kaartjes gekocht voor de bus en een tijdje later stonden we tegenover het Vaticaan. Dan weet je niet wat je ziet. Rijen en rijen mensen die allemaal Vaticaanstad wilden bezoeken. Ik schat dat de rijen zeker 400 meter lang was. We waren het er snel over eens dat we dit niet wilden. Verder gelopen en even later stonden we op het St. Pieterplein. Achteraf gezien heeft dit op mij nog het meeste indruk gemaakt. Tja, wat valt er dan nog meer over Rome te vertellen. Eigenlijk kun je dat niet in een paar woorden samenvatten.

Om alle bezienswaardigheden te bekijken van deze Romeinse stad ben je in een week kwijt. Wij zijn er een dag geweest en kozen voor een busreis langs 18 prachtige gebouwen met een eeuwenoude geschiedenis. Er zijn boeken vol geschreven over Rome en dus nodig ik u uit om deze uit de bibliotheek te halen of aan te schaffen wanneer je deze stad wilt bezoeken. Houd er dan wel rekening dat alles vreselijk veel energie kost en je op enig moment “het gehad hebt”. De hoge temperatuur is daar dan ook mede debet aan.

Architectonisch gezien is Rome een geweldige stad met gigantische hoogstandjes. Het zou boeiend zijn gewaar te worden hoe deze bouwwerken met de middelen van toen tot stand zijn gekomen. In een woord: schitterend.

Overigens zie je in heel veel plaatsen waar we geweest zijn bouwputten. Het lijkt erop of er in heel Italië veel gebouwd en verbouwd wordt, maar daarnaast ook veel gebouwen en monumenten die gerestaureerd worden.

Bekaf terug naar de camping en na een lekkere douche en maaltijd getracht weer wat op verhaal te komen.

De volgende dag moest er weer gereden worden. We zouden het bijna vergeten dat we bezig waren om de route van Mille Miglia te rijden. In veel plaatsen zag je nog routeborden langs de kant van de weg. Veel van die borden verdwenen in de kofferbak van onze Volvo’s. U kunt gerust zijn, als wij ze niet mee zouden nemen, belanden ze uiteindelijk in de prullenbak. Wij houden er nu een leuke herinnering aan over.

Het vervolg van de reis ging dus vanuit Rome naar de 300 km noordelijk gelegen Figline Valdarno en daarmee ben ik dus weer aan het begin gekomen van dit verslag.

Het zou een pittige reis worden, onder extreme omstandigheden. Soms werd het uiterste gevraagd van mens en machine. Toen we Rome achter ons hadden werden we direct al geconfronteerd met file’s en langzaam rijdend verkeer. Het schoot maar niet op. Ons voornemen om vroeg van start te gaan, liep aan het begin van de reis al vertraging op.

Italianen maken veel gebruik van scooters en motoren en weten op die manier je op allerlei wijze te passeren. Links en rechts schieten ze je voorbij. Ook de Italiaanse automobilisten kunnen er wat van. Ze rijden hun voertuig zo voor jou auto en dan heb je daar maar rekening mee te houden. Eerlijk gezegd went deze rijwijze snel en doe je al gauw idem dito. Je hebt ook nauwelijks een andere keus. Het verkeer zit soms muurvast.

Prachtige routes door het Toscaanse landschap met heel veel bochten, afdalingen en beklimmingen. We maken gebruik van de TomTom om een bocht aan te snijden. Op het schermpje kan ik zien hoe de bocht gaat lopen. Is het een flauwe bocht of is het een haarspeldbocht wat er op je afkomt. Het werkt perfect en je kunt je versnelling er op aanpassen. Ook het aspect veiligheid komt daarbij nog om de hoek (bocht) kijken.

Na een lange dag laat op de camping gearriveerd. Snel de auto leeggehaald en op zoek gegaan naar een restaurant om wat te eten. Vielen we met de neus in de boter. In het restaurant werd een Italiaans buffet geserveerd en we konden zo aanschuiven.Voor 17 euro kon je als je dat wilde helemaal klem eten. En werkelijk heerlijke toetjes. Toen onder de douche om het zweet van de hete dag weg te spoelen.

We besloten de volgende dag een rustdag te houden.

Achteraf hadden we kennelijk de juiste keuze gemaakt om een rustdag in te lassen, i.p.v. een trip naar Florence. ’s Morgens lekker rustig aangedaan en ’s middags een ritje in de omgeving gemaakt van de camping midden in Toscane. ’s Avonds nog even getraind op het camping terrein. Het was nog steeds erg warm. Een onweersbui bracht enige verkoeling.

Vandaag vroeg opgestaan voor de laatste etappe naar Bussolengo ten westen van Verona. We hadden de keus over de autostrade (snelweg) te gaan of door de bergen. We kozen voor het laatste. Een werkelijk prachtige route door het Toscaanse land. Weer heel veel bochten en steile hellingen (17%) en afdalingen. Genoeg om weer heerlijk te kunnen sturen en de B 18-motor te laten grommen.

Vandaag stonden ons 2 verrassingen te wachten. De eerste verrassing gaat over een rode Katterug van 1965 en een rode Ferrari van 2007.

Jenny en ik hadden net een kopje koffie gedronken op een terras. De Volvo stond op een parkeerplaats vlak voor ons. Komen er 2 auto’s aanrijden: een rode Alfa Romeo, waarvan de bestuurder zijn auto even verderop parkeerde en een splinter nieuwe rode Ferrari. Ik zag het al gebeuren: de bestuurder van de Ferrari parkeerde zijn bolide naast die van mij en daar stonden ze dus 2 rode dames, waarvan de een aanzienlijk meer waard was dan de ander. En toch hadden ze iets met elkaar gemeen: aantrekkingskracht. Ik dook natuurlijk de auto om mijn camera te pakken want dit was mijn kans! Het zal niet zo vaak weer gebeuren dat jou auto naast een dergelijke bolide zou komen te staan. Afijn, we leerden in korte tijd de inzittenden kennen en maakten foto’s van elkaars auto’s. En dan komt de aap uit de mouw. Het echtpaar is van Zuid-Afrikaanse afkomst. Ze hebben de auto dus gehuurd.

Onze dag was in ieder geval geslaagd. Make my day of zoiets.

Later in de middag het Ferrari museum bezocht. Veel foto’s gemaakt van alle wagens die daar stonden. Het museum is niet erg groot maar zeg maar gedistingeerd.

De tweede verrassing kwam bij aankomst van het hotel. Zitten daar op een bankje mijn bloed eigen zus en haar man onze komst af te wachten. Leuk hoor!

Op onze kamer in het fraaie hotel natuurlijk even wat gedronken en even bijgekletst. Als laatste beiden even op de foto gezet met onze Volvo.

Daarna nog even wat rondjes gelopen rond het hotel, niet al te lang want het was erg warm.

Morgen naar huis en daar schrijven we dan de epiloog wel weer.

Epiloog van de Mille Migla.

We zijn een week verder en de scherpe kantjes van de reis door Italië zijn al weer verdwenen. Bij thuiskomst wordt je meteen weer in beslag genomen door de waanzin van iedere dag. Toch maar proberen om de tocht samen te vatten.

In 2 dagen zijn we teruggereden naar huis. Halverwege Duitsland de snelweg afgegaan en een klein dorp opgezocht langs de Main. Na even zoeken vonden we een prachtige “zimmer frei”. Verderop in het dorp troffen we een leuke gelegenheid om te eten. Asperges met gerookte zalm. Heerlijk!!

We waren teruggereisd met kennissen uit Boskoop. Zittend aan de oever van de rivier hebben we elkaar nader leren kennen. ’s Nachts moesten we wel op muggenjacht. Nabij Munster namen we de volgende dag afscheid van elkaar.

De Mille Miglia:  Laat ik duidelijk zijn over deze tocht: een fantastische reis door een prachtig land, met vriendelijke mensen en nog relatief goedkoop ook.

We hebben wat dat betreft veel waar voor ons geld gekregen. Echt een pluim voor de organisatie. De onderkomens waren meer dan voortreffelijk. Soms mocht het mij ook wel een beetje minder luxe zijn. De verblijven op de campings is ons uitermate goed bevallen. Lekker bij elkaar, sleutelen aan de auto op het pleintje en alle ruimte om ook af en toe nog te socialiseren.

We hebben – net als in Amerika – weer enorm genoten van onze oldtimer. Geen centje pijn gehad. Alleen de temperatuurmeter hield  het na 42 jaar voor gezien en dat betekende wat vaker een inspectie onder de motorkap. Ook in de bergen krulde de 544 naar boven en begon de B18 soms heerlijk te grommen. Ik had het gevoel of de dame er van genoot. Onze ‘lady in red’ heeft wel weer veel bekijks gehad van de Italiaanse bevolking. Foto’s maken, de duim opsteken en toeteren, we raakten er aan gewend.

Een hoogtepunt was natuurlijk het moment dat een echte Ferrari naast onze Katterug kwam te staan. De kleuren rood nagenoeg identiek. Toch vond ik de 544 mooier van vormgeving.

Natuurlijk waren er nog veel meer hoogtepunten. De start van de echte Mille Miglia was een geweldige belevenis. Als je een liefhebber bent van antieke sportauto’s dan is dit een uitgelezen kans om deze prachtige juweeltjes van weleer te bewonderen, aan te raken en vooral te horen. Normaal gesproken tref je dit soort voertuigen alleen aan in een museum of bij particulieren, maar in Brescia kon je er gewoon tussendoor lopen. Ik heb heel veel foto’s gemaakt en hoop een aantal daarvan op deze site te plaatsen.

Voor ons was dit in 2 jaar tijd de tweede grote reis met de Volvo Klassieker Vereniging en de Stichting Kar (Klassiek Automobiel Reizen). Om (nog meer) te genieten van je Volvo oldtimer is het een unieke gelegenheid om dat te verwezenlijken.

In 1973 was mijn eerste reis met de Volvo-vereniging. Toen reisden we met alleen Katteruggen aan boord met de Tor Line vanuit Amsterdam naar Zweden. We bezochten toen o.a. de Saab fabriek en ruilden sterke drank tegen gesloopte onderdelen. Ik reed toen in een gele Volvo 544 van 1964. Ik weet dat deze auto in onderdelen nog ergens in een schuur staat in Friesland. Soms denk ik nog weel eens aan haar…….

Dick Scholing