Een reis met veel geschiedenis en cultuur. Een reis om nooit te vergeten.
Bovenstaande regel had ik al voor het vertrek van de Tatratrail in mijn laptop gezet, niet wetende dat het achteraf maar al te waar zou zijn. Als je meerdere grote steden gaat bezoeken dan kun je er vanuit gaan dat je met cultuur van die steden te maken krijgt en in veel gevallen ook met de geschiedenis van de stad. Neem nu b.v. de voormalige Oost Duitse stad Dresden. In de 2e wereldoorlog zwaar gebombardeerd door de geallieerden en nu voor een groot deel weer gerestaureerd. Ook van de fameuze “Frauenkirche” was maar weinig overgebleven en juist tijdens ons bezoek aan de stad was de kerk weer te bezichtigen zoals ooit te voren.
Of neem de Tsjechische hoofdstad Praag. We hebben gestaan op het Wencelausplein waar de Tsjechische student Jan Palach in januari 1969 zichzelf in brand stak als protest tegen de bezetters van de Warschaupakttroepen. Nog op de dag van zijn overlijden stonden duizenden mensen op ditzelfde plein om hem te herdenken.
Maar eerst even terug naar de start van de Tatratrail. Die begon natuurlijk al in ons eigen land. Voor de meesten betekende dit toch een fikse aanvangsrit van ongeveer 800 kilometer en de afspraak was dat we in het Zuid Duitse Zwickau samen zouden komen.
Zelf hadden we deze rit maar in 2 delen geknipt en na ruim 400 kilometer ons heil gezocht in een plaatsje in het Harzgebergte. ‘Frau Jens’ heette ons van harte welkom in het over gedateerde pension. Belangrijk voor ons was dat het schoon was en dat we ’s avonds een belangrijke voetbalwedstrijd konden zien. We reisden samen met Ger en Lucia woonachtig in het Groningerland. Ger had deze keer zijn prachtig gerestaureerde Volvo 220 meegenomen.
De volgende dag werd de B18 en de B20 motor weer gestart voor onze vervolgreis naar Zwickau. We naderden het grensgebied van voormalig Oost- en West Duitsland en ik voelde toch enige vorm van gespannenheid in mij. Dat heeft alleszins te maken met mijn verleden en vraagt natuurlijk om enige uitleg.
Ooit was ik een militaire huzaar in het Nederlandse leger nabij Bergen Belsen. Maar al te vaak surveilleerden wij langs het “IJzeren gordijn”. Iwan was destijds onze vijand en die moest in de gaten gehouden worden. Dat deden wij met verve en met zware tanks, waarmee wij oefenden op de Luneburgerheide. Af en toe mochten wij een kijkje nemen bij de vele prikkeldraad versperringen en werden daarnaast geschoold in de militaire strategie van de vijand. Dat alles maakte destijds grote indruk op mij. Vandaar vermoedelijk mijn verhoogde hartslag toen wij de voormalige grens zouden gaan passeren.
Zwickau
Het stelde eigenlijk niets meer voor. Een bord met een opschrift gaf aan dat ter plekke ooit een “zonengrenze” had gelegen en vervolgens reden we maar zo voormalig Oost Duitsland binnen. Hoe zou het land er uit zien? Het overtrof onze verwachtingen. Prachtige wegen, leuke dorpen, mooie natuur en aardige mensen. Wat moeten die mensen een verandering hebben ondergaan. In mum van tijd waren we in Zwickau en bezochten daar het August Horch automuseum. Ik kende het automerk wel, maar nooit geweten dat ze destijds zulke prachtige auto’s van de band lieten rollen. Het bijzondere aan het museum is dat het is gevestigd in de voormalige assemblagefabriek. Precies in het hart van de oude Audi-fabriek.
Aan het eind van de dag waren alle deelnemers aan de Tatratrail van heinde en verre in het eerste onderkomen gearriveerd en konden ‘s avonds aanschuiven voor het welkomst diner. Het Volvo volkje is niet zo groot en dus was het voor velen een plezierig weerzien. De volgende dag stond er direct al weer een pittige rit op het programma. Het einddoel op die dag lag in hartje Praag. Maar voor het zover was moest er eerst wel bijna 300 kilometer worden overbrugd. De tocht voerde door het Ertsgebergte, een bergketen in Duitsland en Tsjechië die over een lengte van 150 kilometer de grens tussen beide landen vormt.
Dresden
Het merendeel van de deelnemers bezocht de al eerder genoemde stad Dresden. De stad is de hoofdstad van de Duitse deelstaat Saksen en kent een geschiedenis vanaf het jaar 1485. Meerdere keren is de stad verwoest. Branden, kanongebulder, oproer en totale vernietiging door Britse en Amerikaanse bommenwerpers teisterden de stad en kwam in 2002 nog in het nieuws door overstromingen van het verwoestende water van de Elbe.
De tocht met onze Volvo’s ging verder langs de fraaie oevers van de Elbe. Onderweg vonden we een mooi plekje om te picknicken. We passeerden het plaatsje Pirna. Het zei mij niets. Tot het ogenblik dat Jenny (echtgenote) begon te verhalen over de afschuwelijke gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden in een psychiatrische kliniek in die plaats. Aan deze gebeurtenissen lagen de vernietiging van de Joden ten grondslag. Brr, gauw verder, maar we waren er nog niet klaar mee. De tocht langs de Elbe voerde ook langs het voormalig concentratiekamp Theresienstadt. Met ons vieren waren we nagenoeg de enige bezoekers aan het kamp. Er stond een grote Davidsster voor de ingang van het kamp, gemaakt van spoorrails. We liepen langs de honderden gedenkstenen. We lazen de vele namen van de slachtoffers en een naam staat nog in mijn geheugen gegrift: ‘Rose’, een meisje van nog geen 15 jaar. Wat zou er met haar gebeurd zijn? Heel veel stenen hadden alleen een nummer. Niet eens een naam! Ik vond het schokkend.
In het kamp hing een beklemmende sfeer. Het was of de kampbewoners nog maar net vertrokken waren. De barakken, de gevangenis en de executieplaats, het maakte grote indruk op ons.
Toen we het concentratiekamp via de lange laan met bomen verlieten voelde ik mij akelig. Toch was ons bezoek aan het kamp waardevol.
Praag
Korte tijd later draaiden wij de parkeerplaats op van het hotel in Praag. Jenny had ook nu de reis weer goed voorbereid. Alle bijzonderheden die we onderweg tegenkwamen stonden op papier en konden eventueel met een bezoek vereerd worden. Dat scheelt een heleboel zoekwerk als je eenmaal in het vreemde land bent. Op een A4 lees ik b.v. of een hotel internet heeft op de kamers, of er een zwembad is, of een parkeergarage en wat de kosten daarvan zijn Hoe het centrum van de stad te bereiken is. Hoe je een kaartje kunt kopen in het metrostation. Hoeveel de buitenlandse munt waard is. Allemaal praktische zaken waar je veel gemak van hebt.
Natuurlijk werd de binnenstad van Praag bezocht en omdat de temperatuur boven de 25 graden was, kostte dat de nodige extra energie. Praag is een schone stad en staat vol met monumentale gebouwen. Op de voetgangers brug over de Donau proberen tientallen straatmuzikanten een centje bij te verdienen, of misschien wel in hun levensonderhoud te voorzien. Ik werd aangesproken door een Russische muzikant die vroeg waar ik vandaan kwam en vervolgens speelden de 4 mannen het Wilhelmus uit volle borst! Ook een van de trekpleisters was een astronomisch uurwerk. Veel mensen stonden zich te vergapen aan dit ingewikkeld stukje vernuft, omdat er van alles zou gaan gebeuren wanneer de wijzers van het uurwerk weer een uur vol hadden gemaakt. Het resultaat viel nogal tegen.
’s Avonds konden we verkoeling zoeken op een boot, waarmee heen en weer over de Donau werd gevaren. Echt spectaculair was het niet, evenals het aangeboden buffet. Bij het invallen van de duisternis werden steeds meer markante punten van de stad prachtig verlicht en dat vergoede veel van de tocht.
De volgende dag vanuit Praag dieper het Tsjechische land in getrokken tot aan de plaats Olomouc. Een mooie rit door de heuvels, echter ook met de nodige neerslag. Sommigen troffen een flinke hagelbui, waardoor het groene blad van de bomen en struiken op de weg terecht gekomen was.
Ik had nog nooit van de stad Olomouc gehoord en ik weet nu dat er heel veel over te vertellen valt. Ik beperk mij tot een enkele opmerking. De stad wordt al in het jaar 1017 genoemd en kent sindsdien een rijke geschiedenis. Dat de Romeinen ook hier hun invloed hebben gehad was duidelijk te zien. Het blijft onvoorstelbaar hoe men in die tijd met heel andere middelen zulke bouwwerken hebben weten te vervaardigen.
Auschwitz
De volgende dag zou voor velen van ons een bijzondere dag worden. Op weg naar de Poolse stad Krakow zou het concentratiekamp Auschwitz worden aangedaan. Bij aankomst werden we opgewacht door driftig zwaaiende mensen om vooral bij hun te parkeren. Op de parkeerplaatsen stond het vol met auto’s en bussen. Even bekroop mij een `onheimlich`gevoel. Was het zo commercieel geworden?
Persoonlijk vind ik dit verslag niet een goede plek om uitgebreid te vertellen over ons bezoek aan dit vernietigingskamp. Ik hoef de geschiedenis van Auschwitz hier ook niet te herhalen. Het zal bij veel mensen wel bekend zijn, hoewel? Iedere groep kreeg een gids toegewezen om het juiste verhaal van het kamp te horen. Onze groep trof een Poolse lerares die de Duitse taal sprak en met behulp van een hoofdmicrofoon goed was te verstaan. Dat kwam ook door haar innemende wijze van spreken. Wij hebben nu de afschuwelijke geschiedenis van Auschwitz en het verderop gelegen Birkenau gehoord en gezien. Wij hebben de gebouwen betreden en over de paden en spoorrails gelopen in een kamp waar zoveel mensen de dood in werden gejaagd. Na afloop namen we geëmotioneerd afscheid van de Poolse reisgids. Wij waren haar veel dank verschuldigd.
Als je een bezoek hebt gebracht aan Auschwitz dan zou je dat als mens kunnen veranderen. Je zou met deze lessen iets kunnen doen. Al was het alleen maar voor de dag van morgen.
Teruggekomen op de parkeerplaats kon ik al die auto’s en talrijke bussen beter verdragen.
(PS, ik heb veel foto’s gemaakt van beide kampen. U zult ze niet in dit verslag aantreffen, maar mocht u daar belangstelling voor hebben laat het me dan even weten).
Krakow
In deze grote Zuid Poolse stad troffen wij een prachtig hotel aan, al was de parkeerruimte voor al onze auto’s wat krap. Hier en daar kwam een Volvo in de bosjes te staan. Gelukkig was er wel bewaking bij aanwezig. Zelfs met een grote hond.
Het ene hotel is het andere niet. Als je te gast bent met zoveel voertuigen in een grote stad kom je al gauw in een ondergrondse garage terecht. Daar moet dan weer voor betaald worden, ook al hoort de garage bij het hotel. Je hebt daarin geen andere keus en bovendien is het je wel wat waard dat de auto ‘van de straat’ is.
Je bent te gast in een ander land en dan krijg je ook te maken met andere gewoonten en gebruiken. Wij Hollanders hebben in veel gevallen zaken goed geregeld en er zit vaak structuur achter. Het is dan grappig om te zien hoe de bediening van een hotel-restaurant zich kennelijk geen raad weet met al die assertieve Hollanders. Je bent gewoon geneigd even de zaken over te nemen.
Prachtige hotels zijn we tegen gekomen. Er was zelfs een Hilton hotel bij, waar je bijna met je Volvo door de badkamer kon rijden. Echter was het diner weer geen culinair hoogstandje.
Voor een paar centen werd je met een taxi naar het centrum van de stad gebracht. Velen van ons hebben zich daar prima vermaakt. Op de vele terrassen kwam je steeds weer landgenoten tegen. Ik kreeg de indruk dat sommigen steeds een terras opschoof. Anderen lieten zich als een vorst rondrijden in een open chalet met prachtige paarden als krachtbron.
Krakow is een voormalige hoofdstad van Polen en is een van de belangrijkste cultuursteden van Europa. Daarnaast is het ook nog eens een hele mooie stad. Het stadscentrum staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Tatragebergte
De volgende dag werd Krakow verlaten om halverwege de grens met Slowakije, de beroemde zoutmijnen van Wieliczka te bezoeken. Het uiteindelijke doel was op die dag de nog Zuidelijker gelegen Poolse stad Zakopane. De overnachting zou plaatsvinden in een hotel met de welluidende naam: “Belvedere”. Dat klonk goed en het was goed, al was het stadje wel erg toeristisch. Op een gezellig terrasje werd de inwendige mens versterkt en deze keer met een heuse regenboog forel. Heerlijk voedsel en voor weinig Poolse munten.
De volgende dag stond de 8e dag van de Tatratrail op het programma en dat betrof de rit door het gelijknamige gebergte met als eindbestemming het in Slowakije gelegen Košice. De Hoge Tatra is een gebergte op de grens van Slowakije en Polen en vormt een keten met de Beskiden en de Karpaten.
De rit door de bergen en heuvels van het Tatra gebergte was mooi om te rijden. Toch was het soms uitkijken voor de gaten in het wegdek. Het betekende maar al te vaak de snelheid aanpassen en soms slalommend je weg proberen te zoeken. Dat kostte natuurlijk de nodige extra energie en soms kwam je bekaf bij het hotel aan. Sommigen van de groep werden geconfronteerd met een omleiding. Ergens bij een afslag stond een bord met ‘doodlopende weg’. Vreemd, dachten wij nog, zomaar op een doorgaande route in de bergen. Wij reden ook door en hadden geluk. De wegversperring was net weggehaald. Anderen hadden pech en kregen te maken met een forse omleiding, omdat op een gedeelte van de route een of ander rally gebeuren had plaatsgevonden. Toch raar om daar een bord ‘doodlopende weg’ voor te gebruiken.
Bij het ‘terughalen’ van de gebeurtenissen van de Tatratrail viel het nog niet mee om alles een beetje chronologisch te houden. Was het nu in Slowakije of zaten we al in Hongarije? In 14 dagen tijd bijna 4000 kilometer rijden betekend gewoon dat je veel hebt kunnen zien. Zo ook de gebeurtenis bij de grote ruïne gelegen op een hoogvlakte nabij onze eindbestemming. Heuvel opwaarts er naar toe lopen zou een lastige klus worden. Bovendien dreigde een onweersbui.
Uiteindelijk kwam de plaatselijke Politie met een andere oplossing. Aan de andere kant van de heuvel kon de ruïne met de auto benaderd worden. Ze begeleiden er ons zelfs naar toe. Scheelt soms kennelijk toch als je dezelfde taal spreekt.
Terug van het strategisch gelegen erfgoed kwamen we door een dorpje vermoedelijk bewoond door Romanen of Sinti. We schrokken ervan. Honderden houten onderkomens bewoond door het nomaden volk van weleer. De talrijke bewoners keken natuurlijk op van hun bezigheden en de op straat spelende kinderen zwaaiden enthousiast naar ons. Iemand noemde de onderkomens ‘konijnenhokken’. Dat was wel een beetje oneerbiedig, maar het was wel waar. Het zag er heftig uit. Ik had maar al te graag wat foto’s willen nemen om weer te geven hoe deze mensen huisden. Van de andere kant was er weinig voorstellings vermogen voor nodig om te weten hoe dit zou zijn. Het kan haast niet anders dat de doorkomst van zoveel oude Volvo’s het enige hoogtepunt voor hen was die dag.
De ‘cultuurschok’ kwam niet veel later: we namen ons intrek in het luxueuze Hilton hotel in Košice.
Boedapest
De volgende dag een lange rit naar Boedapest over ruim 400 kilometer. De tocht voerde langs en door tientallen dorpen en steden. Je kunt er weinig van navertellen. De namen zijn niet uit te spreken. De wegen werden er niet beter op. Om niet te zeggen erbarmelijk slecht. De adviessnelheid was soms 20 kilometer per uur en dat was soms nog te snel. Het wegdek bestond lange tijd weliswaar uit asfalt maar de machine had destijds her en der hoopjes asfalt uitgespuugd, waarover wij met onze oldtimers een weg moesten zien te vinden. Zelf was ik daar niet zo blij mee. Je voelde soms de hele auto trillen en protesteren. Als gevolg van deze ‘marteling’ kreeg een van de auto’s pech. Een drukleidinkje van de olietemperatuurmeter was losgetrild. Over een afstand van ca. 200 meter was de auto nagenoeg al zijn olie kwijtgeraakt. Het betekende een lange stop in de brandende zon om de motor af te laten koelen voor het probleem verholpen kon gaan worden. Met het plaatsen van een oliedrukzender was het gat gedicht en kon er verder gereden worden. Het onderdeel werd aangeleverd door het meereizende technisch team.
Trouwens de werkzaamheden van het team zouden de gehele reis beperkt blijven en werden mede veroorzaakt door aangebrachte accessoires aan de auto. En soms is een storing lastig op te sporen, vooral als de medepassagier onwetend de centrale massasleutel heeft beroerd.
Omdat we een behoorlijke achterstand hadden opgelopen besloten we de rest van de tocht naar Boedapest over de snelweg te rijden. We kwamen terecht in een hotel gelegen in hartje stad en dus verdwenen de Volvo’s weer in ondergrondse parkeergarages.
We zouden 2 nachten verblijven in Boedapest en dat betekende dus een rustdag. Zelf ’s morgens vroeg opgestaan om de stad hardlopend te verkennen. Omdat het zelfs om 07.00 uur al behoorlijk warm was besloot ik de diverse bruggen over te steken en zo een beetje verkoeling te zoeken van het water. Boedapest is de hoofdstad van Hongarije en speelt een dominante rol op bijna alle gebieden. Ook in deze stad is de invloed van de Romeinen te herkennen.
Ooit geweten dat de naam van deze prachtige – aan de Donau gelegen – stad is samengevoegd uit 2 steden te weten Boeda en Pest?
Voor alle duidelijkheid: een rustdag betekend dat er niet gereden hoeft te worden met de Volvo’s, maar het geeft wel de gelegenheid om iets anders te doen. Je kunt meedoen met een excursie door de stad, waarbij een gids allerlei bijzonderheden verteld, of je laat je rondtoeren door een ‘Citybus’ met ook nog een boottochtje over de Donau. In alle gevallen krijg je een aardig beeld van de stad. In alle gevallen kan het behoorlijk vermoeiend zijn.
Eigenlijk gaat het de hele reis zo. Je maakt in 14 dagen tijd veel kilometers en bezoekt daarbij veel landen, steden en dorpen. Je ziet dus in korte tijd heel veel. Dat kan boeiend zijn en interessant en je kunt er mooi over meepraten.
Toch vind ik het rijden met je eigen Volvo oldtimer in den vreemde het mooiste en na een rustdag begint het al weer te kriebelen.
Door de organisatie van de Tatratrail was een reisbureau aangetrokken om wat zaken te organiseren. Zo stond er in Boedapest ook nog een “Hongaarse avond” op het programma. Een bus bracht de deelnemers naar de lokaliteit. De ‘Hongaarse avond’ bestond uit zang en dans en een Hongaars diner. Alles werd in een vlot tempo geserveerd. Te vlot, naar de mening van sommigen en zo kon het gebeuren dat we aardig op tijd terug waren in het hotel.
Bratislava en Wenen
Van de ene grote hoofdstad naar de andere. Deze alinea gaat over de reis van Boedapest naar Wenen. Een reis van modder, regen en natte voeten. Althans voor sommigen. Zelf hadden we er voor gekozen om de aangeven route even links te laten liggen om een bezoek te brengen aan Bratislava. Een stad gelegen nabij de grens met Oostenrijk.
Anderen volgden wel de route en zouden het nodige beleven. Waar begint een route en waar eindigt die? Dat kan soms een dilemma zijn, een keuze waar je voor komt te staan. Ervaring en doorzettingsvermogen gaan dan een rol spelen. Als je meent door te moeten zetten kan dat een modderbad betekenen voor je Volvo. En aldus geschiedde, maar eerlijk is eerlijk men kwam wel op het goede spoor.
Het bezoek aan de hoofdstad van Slowakije Bratislava was de moeite waard. Bij het verlaten van de eveneens aan de Donau gelegen stad kregen we al een fikse regenbui te verwerken. De onze ruitenwissers 544 konden het maar aan en dus de snelheid aangepast. Even later was het weer droog en konden we ons concentreren op de passage dwars door de binnenstad van Wenen. Dat bleek ook wel nodig want het was spitsuur en knap druk. Toch lukte het ons om met behulp van de Tomtom zonder problemen de ingang van het hotel te bereiken.
Nog maar net in het hotel brak er boven Wenen een wolkbreuk los. Een gigantische bak met water kwam er in korte tijd naar beneden. ‘Poeh, net op tijd binnen’, stelden we met genoegen vast. “Blij dat de Volvo in de parkeergarage staat’. Er waren echter ook nog heel wat deelnemers onderweg en van hen hoorden we later wat ze mee hadden moeten maken. Sommigen kwamen tijdens de wolkbreuk stil te staan voor een spoorwegovergang, waarvan de bomen niet meer omhoog wilden. Toen dat wel weer mogelijk was hadden ze een plas water voor zich wat gepasseerd moest gaan worden. Het gevolg was dat het water over de bumpers kwam!
’s Avonds kreeg een chineesrestaurant op de hoek bij het hotel het behoorlijk druk. Het regende nog steeds en menigeen van de Tatratrail deelnemers dook de lokaliteit in.
Natuurlijk werd de volgende dag ook Wenen weer verkend. Weer heel bezienswaardigheden gezien. We weten nu waar Mozart heeft gewoond en we stonden aan de voet van het standbeeld van de filosoof Goethe. Op zoek naar wijsheden van deze man kwam ik een aardige uitspraak tegen: “Een wijs man vindt bijna alles belachelijk, een verstandig man bijna niets.” Daar kunnen we wel wat mee dacht ik zo.
Toch bekroop ons het gevoel dat we na zoveel grote steden een beetje aan het verzadigen waren. Je neemt niet zoveel meer op en je verbaasd je ook niet meer zo snel. We hadden even genoeg cultuur en geschiedenis gezien en gehoord.
Daarnaast kwam het einde van de Tatratrial ook in zicht en het zal zo zijn geweest dat je daar ook een beetje naar toeleeft.
Toch kwam er nog een heerlijk toetje. De volgende dag stond de laatste gezamenlijke rit op het programma van Wenen naar het Duitse Passau. Een rit over 290 kilometer en veelal langs en over de Donau en door het Bayerische Wald. Voor velen een van de mooiste ritten van de tocht. Een 10 en een griffel voor de organisatie.
Passau/Tittling
Het hotel voor de laatste gezamenlijke overnachting lag prachtig landelijk gelegen. Het hotel inclusief personeel was al een beetje ‘over de datum’ aan het worden. Sommigen van ons troffen het zelfs om in een stapelbed te mogen slapen. Voor de rest was het erg gezellig. Het merendeel van de deelnemers streken na aankomst neer op het terras van het hotel. Anderen zochten hun heil even in het aantrekken van de sportschoenen om te ontdekken dat de omgeving van het hotel wel heel erg mooi was.
’s Avonds was er het afscheidsdiner en sprak de voorzitter van de stichting ‘Klassieke Automobiel Reizen’, memorabele woorden. Het technisch team werd bedankt voor de bewezen diensten en natuurlijk de hele organisatie zelf voor alle inspanningen voor deze Tatratrail.
De volgende dag is er dan het afscheid. Het merendeel toog huiswaarts, anderen verlengden de vakantie met een verblijf elders in Europa.
Weer thuis
Zoals we gekomen waren, zo gingen we ook weer: met ons vieren in 2 dagen naar huis. Natuurlijk werd onderweg de reis al geëvalueerd. In 2 weken tijd weer veel gezien en mogen beleven. Prachtige steden met al hun cultuur en geschiedenissen. Mooie landstreken met hun bewoners, maar bovenal genoten van het reizen en rijden met onze Volvo’s.
Eenmaal thuisgekomen kunnen de belevenissen weer worden teruggehaald met het bekijken van de vele gemaakte foto’s en misschien dat dit verhaal er ook een beetje toe kan bijdragen.
Dick Scholing
Redactie VKM